Democratisch deficit
Nederlandse nationaliteit geeft niet automatisch stemrecht voor de Tweede Kamer.
Hoe het democratisch deficit wordt ervaren in het Caribisch deel van het Koninkrijk
Binnen het Koninkrijk der Nederlanden voelen niet alle inwoners zich even goed vertegenwoordigd.
In het Caribische deel van het Koninkrijk – op Curaçao, Aruba, Sint Maarten, Bonaire, Sint Eustatius en Saba – ervaren veel mensen dat er een ongelijke verdeling van invloed bestaat tussen de eilanden en Europees Nederland.
Dat verschil in zeggenschap wordt het democratisch deficit genoemd.
De CAS-landen: autonomie zonder echte invloed
In de landen Curaçao, Aruba en Sint Maarten leeft al jaren het gevoel dat Nederland nog altijd de toon zet.
Belangrijke besluiten over onderwerpen als defensie, buitenlandse betrekkingen en financiële afspraken worden in Den Haag genomen, terwijl de eilanden daar weinig directe invloed op hebben.
Ze hebben wel hun eigen parlementen en regeringen, maar geen stem in de Tweede Kamer. Daardoor lijkt het soms alsof de autonomie die in het Statuut van 1954 werd beloofd, in de praktijk beperkt is.
Veel inwoners vinden dat Nederland te vaak optreedt als toezichthouder in plaats van als partner. Het College financieel toezicht (Cft) of ingrepen in het lokale bestuur worden regelmatig gezien als vormen van neokoloniale bemoeienis.
Toch is er ook begrip: anderen zien in de Nederlandse waarborgfunctie juist een manier om goed bestuur en mensenrechten te beschermen.
Maar de kern van het probleem blijft hetzelfde – gelijkwaardigheid op papier, ongelijkheid in de praktijk.
De BES-eilanden: invloed zonder echte zelfstandigheid
Op Bonaire, Sint Eustatius en Saba ligt het anders. Deze eilanden zijn sinds 2010 openbare lichamen van Nederland.
Hun inwoners mogen stemmen voor de Tweede Kamer, maar veel mensen ervaren dat hun stem in het grote geheel nauwelijks verschil maakt.
Er wordt in Den Haag beslist over lokale zaken, vaak door politici die weinig weten van het eilandleven.
Op Sint Eustatius was het ongenoegen het grootst, vooral nadat Nederland in 2018 het lokale bestuur overnam wegens “wanbestuur”.
Voor veel bewoners voelde dat als een stap terug, alsof Den Haag opnieuw de baas werd over hun eigen eiland.
Twee kanten van dezelfde medaille
De verschillen tussen de eilanden zijn duidelijk:
⁕     De CAS-landen hebben autonomie, maar weinig invloed.
⁕     De BES-eilanden hebben invloed, maar weinig autonomie.
Toch komt het gevoel op alle eilanden op hetzelfde neer: dat de afstand tot Den Haag groot is – niet alleen in kilometers, maar ook in begrip, inspraak en gelijkwaardigheid. Het democratisch deficit is daarmee niet alleen een politiek vraagstuk, maar ook een kwestie van vertrouwen en verbondenheid binnen één Koninkrijk.
Het democratisch deficit: Kiesrecht
In het Caribische deel van het Koninkrijk hebben inwoners net als wij de Nederlandse nationaliteit, maar hun invloed op de besluitvorming binnen het Koninkrijk is beperkt.
Belangrijke onderwerpen zoals defensie, buitenlandse betrekkingen en sommige financiële regelingen worden immers in Den Haag bepaald.
Inwoners van Curaçao, Aruba en Sint Maarten – de zogenoemde CAS-eilanden – mogen alleen stemmen voor de Tweede Kamer als zij minimaal tien jaar in Nederland hebben gewoond of in Nederlandse overheidsdienst zijn geweest.
Wie nooit in Nederland heeft gewoond, mag dus niet deelnemen aan landelijke verkiezingen, ook al bezit hij of zij de Nederlandse nationaliteit.
Dit verschil illustreert wat vaak het democratisch deficit wordt genoemd: formele gelijkwaardigheid tussen de landen, maar ongelijke invloed in de praktijk.
Nederland geeft verschillende redenen voor deze beperking:
⁕     Autonomie van de CAS-eilanden: zij hebben eigen parlementen en regeringen die verantwoordelijk zijn voor de meeste binnenlandse zaken.
De Tweede Kamer vertegenwoordigt in de eerste plaats de inwoners van Europees Nederland.
⁕     Band met Nederland: de eis van tien jaar verblijf of overheidsdienst moet waarborgen dat alleen personen met een aantoonbare binding met Nederland invloed kunnen uitoefenen op de nationale politiek.
⁕     Politiek evenwicht: de wetten die de Tweede Kamer maakt, gelden vrijwel uitsluitend voor Nederland zelf.
Als iedereen op de eilanden zou mogen stemmen, zou dat het politieke evenwicht kunnen veranderen, omdat hun belangen vaak anders liggen dan in Nederland.
Voor Nederlanders die naar andere landen zoals Canada, de Verenigde Staten of Europese landen emigreren, geldt deze tienjaarsregel niet. Zij mogen stemmen voor de Tweede Kamer mits zij ooit in Nederland ingeschreven stonden in een gemeente en zich later registreren als uitwonende kiezer. Hun kinderen die buiten Nederland zijn geboren en nooit ingeschreven stonden, hebben geen stemrecht.
Inwoners van de BES-eilanden (Bonaire, Sint Eustatius en Saba) hebben daarentegen volledig stemrecht, omdat zij openbare lichamen van Nederland zijn en direct ingeschreven staan in een Nederlandse gemeente. Het democratisch deficit laat zien dat autonomie op papier niet automatisch gelijkstaat aan democratische invloed. De CAS-eilanden zijn onderdeel van hetzelfde Koninkrijk en delen dezelfde nationaliteit, maar hun zeggenschap bij de kernbesluiten van het Koninkrijk blijft beperkt.